Titre : | Het verdriet van België |
Auteurs : | Hugo Claus, Auteur |
Type de document : | texte imprimé |
Editeur : | De Bezige Bij, 1985 |
ISBN/ISSN/EAN : | 978-90-234-6078-7 |
Format : | 775p. |
Langues: | Néerlandais |
Langues originales: | Néerlandais |
Index. décimale : | 8-3 (Roman littéraire) |
Résumé : |
In Het verdriet van België beschrijft Claus de jongensjaren van hoofdpersoon Louis Seynaeve, leerling op een nonneninternaat en telg uit een verbazingwekkende en grotesk getekende familie. Verwarring, hunkering en bedrog zijn Louis’ deel en uit alle macht probeert hij duidelijkheid te vinden in de verwarring en leugenachtigheid om hem heen. Alleen door te fantaseren, de werkelijkheid geweld aan te doen, kan hij overleven.
Het verdriet van België kan deels beschouwd worden als een experimentele bildungsroman, gebaseerd op Claus’ eigen jeugd, bestaande uit een stroom van opeenvolgende verhalen. Tevens is het een portret van het Vlaamse leven in de periode 1939 tot 1947 en de crisisachtige politieke verhoudingen in die tijd. Bovenal is het echter een boek over de groezeligheid van de waarneming, de onbetrouwbaarheid, de twijfel, collaboratie en verraad. De fantasie van de hoofdpersoon en de werkelijkheid lopen frequent door elkaar heen; soms wordt de lezer in het ongewisse gehouden waar de grens tussen beide ligt. De roman is opgebouwd uit twee delen: Het Verdriet bestaat uit 27 genummerde en getitelde korte hoofdstukken. Dit deel is geschreven vanuit het perspectief van Louis en ondertekend in november 1947. Hij schrijft over zichzelf in de hij-vorm en de verleden tijd, al schakelt hij voor sommige fantasiescènes over naar de ik-vorm en de tegenwoordige tijd (vb. hoofdstuk 2). Van België is niet in hoofdstukken opgedeeld en hanteert een wisselend vertelperspectief: personaal voor Louis' persoonlijke belevenissen, alwetend voor de historische gebeurtenissen op de achtergrond, en de ik-vorm voor de ingelaste dagboekfragmenten en brieven. Het verdriet Louis Seynaeve, een jongen die elf wordt in april 1939, zit op een nonnenpensionaat in Haarbeke. Hij en zijn vrienden Vlieghe, Dondeyne en Byttebier noemen zichzelf de Vier Apostelen. Ze bezitten zeven "Verboden Boeken". Louis krijgt bezoek van zijn vader Staf, zijn peter en Holst. Ze vertellen Louis dat zijn moeder van de trap gevallen is - eigenlijk is ze zwanger. Peter wordt kwaad wanneer hij een sticker van Rex ziet op Stafs gele DKW. Onder het strenge bewind van de nonnen vlucht Louis in een fantasiewereld. Hij gelooft dat Holst een engel is, en vertelt over de Miezers, kwaadaardige wezens die altijd lachen. Na een inwijdingsritueel wordt klasgenoot Goossens de vijfde Apostel. Zijn paasvakantie brengt Louis in Walle door, waar Staf een drukkerij heeft. Zijn moeder straft hem omdat hij met Tetje en Bekka Cosijns gespeeld heeft, een broer en zus uit de Balkan. Tante Mona is gescheiden en heeft een dochter Cecile, die voorbestemd is om Shirley Temple op te volgen. Nonkel Armand is een dronkenlap. Nonkel Florent verhuist als doelman van Walle Sport naar het volksere Stade Walle. Tijdens een voorstelling van Franz Lehár's Het Land van de Glimlach herkent Louis zijn vader en apotheker Paelinck op het toneel. Terug in het "Gesticht" in Haarbeke breken de Apostelen in in het Slot, waar Zuster Sint-Gerolf in een afgesloten kamertje leeft. Ze stelen een loden bikkel. Louis' moeder Constance gaat uitrusten in de Alpen omdat ze een doodgeboren baby had. Louis brengt zijn vervroegde zomervakantie in Bastegem door, bij Meerke Bossuyt, zijn grootmoeder aan moederskant. Hij ziet er zijn zwaarlijvige tante Violet, nonkel Robert die slager is en zijn hitleriaans gezinde nonkel Omer. Samen met zijn speelmakker Raf de Bock gaat hij het kasteeltje bespioneren, waar de begeerde vrijgezellin madame Laura Vandeghinste woont. Ze stelen haar slipje. Na de zomervakantie krijgt Louis ruzie met Vlieghe. Hij stopt de loden bikkel in Vlieghes anus. Van België In het begin van 1940 wordt Louis wegens de oorlogsdreiging van het pensionaat gehaald. Hij gaat nu naar het College, waar de jezuïet "De Kei" de plak zwaait. Zijn leraar Nederlands beschuldigt hem van plagiaat voor zijn opstel. Louis wordt een tijdje geschorst wegens wangedrag en zal een jaar moeten overdoen. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 vlucht Staf naar Frankrijk. Hij staat namelijk als Duitsgezind bekend, omdat hij een drukpers en een poppetje van de Hitlerjugend gekocht heeft in Duitsland. Wanneer tijdens de Duitse bezetting de rust enigszins teruggekeerd is, komt Staf terug naar huis. Constance gaat bij de ERLA werken, een Duitse fabriek voor vliegtuigonderdelen, waar ze verantwoordelijk is voor het transport van Vlaamse arbeiders naar Duitsland. Voor sommige arbeiders weet ze uitstel te bekomen. Ze pleegt overspel met haar baas Henny Lausenier, die uiteindelijk naar het Oostfront gestuurd wordt wegens corruptie. Nonkel Leon gaat in Duitsland werken, terwijl nonkel Florent naar Gloucestershire vlucht. Hij zal er sterven in '42. Louis wordt korte tijd lid van de NSJV (Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen), maar mag daar niet bij blijven omdat Peter geld geleend heeft bij het bisdom voor zijn zaak in schoolbenodigdheden. Dan sturen ze hem naar Strelenau in Mecklenburg, waar hij bijeenkomsten van de Hitlerjugend meemaakt en een dagboek bijhoudt. Louis' klasgenoot Maurice de Potter verwondt zich dodelijk aan een hek. Twee Joodse leerlingen worden weggevoerd, net als De Kei, die lid was van het Verzet. De Duitsers executeren meneer Tierenteyn in een vergeldingsactie tegen de Witte Brigade. Enkele nonnen sneuvelen tijdens een Engels bombardement op het pensionaat. Louis wordt verliefd op de apothekersdochter Simone, maar zij laat hem zitten voor een volwassener man. Zijn eerste seksuele contact heeft hij met tante Nora, die zelf het initiatief neemt. Later volgen Bekka en de doktersvrouw Michèle. In Bastegem laten Armand, Violet en Meerke Bossuyt enkele Duitse soldaten bij zich thuis logeren. Nonkel Omer is krankzinnig geworden en verblijft een tijdje in een klooster. Louis' aangetrouwde nonkel Firmin is weggevoerd wegens zijn Joodse afkomst. Holst is getrouwd met madame Laura, die een bordeel openhoudt in de Louizalaan in Brussel. Louis haalt er een lading Verboden Boeken op en raakt geïnteresseerd in Entartete Kunst. Na de Bevrijding duikt Staf onder uit angst voor de repressie. Hij wordt een tijdje opgesloten. Vuile Sef, die lid was van de Gestapo, wordt ineengeslagen en opgesloten. Louis en zijn moeder verhuizen naar Bastegem. Louis gaat in Gent studeren voor drukker. Hij krijgt een afscheidsbrief van Vlieghe, die leeggebloed is met de loden bikkel in zijn mond. Hij had zichzelf proberen te opereren na het oplopen van een geslachtsziekte bij een prostituee. Cecile is zwanger op haar vijftiende. Holst wordt veroordeeld voor de moord op Laura, die overspel gepleegd had. Louis wil deelnemen aan een novellenwedstrijd van Het Laatste Nieuws. Wanneer zijn moeder voorleest uit zijn schriftje, beseft Louis dat zijn schrijfstijl banaal en overladen is. Hij verscheurt het schrift en herbegint. Het verdriet wordt afgewezen door Het Laatste Nieuws, maar ze verwijzen hem naar het literaire tijdschrift Mercurius, waarin zijn boek in 1948 gepubliceerd wordt. |
Exemplaires (1)
Code-barres | Cote | Support | Localisation | Section | Disponibilité |
---|---|---|---|---|---|
GEN001167 | 8-3 CLA V | Livre | Bibliothèque principale | Littérature étrangère | Disponible |